Het oude huis onder de cipres

“Kolja is een bijzondere jongen, althans in de ogen van zijn vader, zijn moeder, zijn tantes en ooms. Van hem wordt veel, te veel gevraagd. Uiteindelijk blijkt hij toch een gewone jongen te zijn, die één geheim heeft, namelijk dat hij geen klok kan kijken. Hij gaat daarvoor in de leer bij zijn vriendje Erik, die hem in zijn afhankelijkheid misbruikt.

Het oude huis onder de cipres lijkt een eenvoudige geschiedenis, die geplaatst is tegen de achtergrond van de stalinistische terreur. Dit drama in de buitenwereld, dat onder meer de verdwijning van Kolja’s vader tot gevolg heeft, spiegelt zich in de kleine wereld van de jongen, in de strijd rond het behoud van de cipres, spiegelt zich kortom in elk detail van de roman. …”